Belgian architecture-artist

Koen Deprez

10.7

Monument voor het Heelal
(Rem, Ivan en Koen)

Moniek E. Bucquoye

< Back
monument-voor-het-heelalrem-ivan-en-koenmoniek-e-bucquoye

Het was kort na de biënnale Interieur 1982, dat ik voor het eerst het verlichtingsobject 'Monument voor het heelal' van Koen Deprez zag. Na al die jaren stond het ding nog in de schaduw van mijn geheugen en is Deprez me blijven interesseren omdat zijn werk al die tijd én verleidelijk én een stuk ongrijpbaar is gebleven. Koen Deprez heeft er ondertussen meer dan een kwarteeuw architectuur in de coulissen op zitten als ontwerper van kunstige en literaire vernestellingen tussen de muren van het wonen, waarvan het 'Denkbare Huis' (2009) een van de vele hoogtepunten is.

Maar zoals hij het zelf dikwijls zegt: "je moet mensen vinden die in je verhaal willen meegaan of je inspireren om je doelen te bereiken". En in het geval van 'Monument voor het Heelal' was het zijn geloof in de Nederlandse architect Rem Koolhaas (°1944) en de Russische constructivist Ivan Leonidov (1902-1959).
In de periode dat Koen Deprez a-functionele objecten ontwikkelde zoals toiletpapier met gaatjes, een dartspel waarmee je steeds het maximum aan punten haalde, een potlood dat ongeveer alles kon behalve ermee schrijven, een driewieler voor tweelingen enz., kreeg hij van een van zijn docenten in de prille jaren tachtig de opdracht een bureaulamp te ontwerpen. Aandachtspunten voor de studenten waren uiteraard: de lampenvoet, de lampenkap, de aan- en uitknop, draaimechanisme enz. Nooit werd getwijfeld aan de noodzaak van het object: bureaulamp! Deprez trok toentertijd het modernistische canon van de functionaliteit in twijfel en was niet gebeten door de zogezegde 'functionalistische architectuur'. Met vooral begrippen, verwijzingen, woorden, kladjes, schetsen en een stuk controverse wilde student Deprez dé bureaulamp bevatten en invullen.

Al neemt de hoeveelheid objecten in deze wereld exponentieel toe, en verglijdt inhoud weleens tot vorm … bij Deprez dus niet. Dat vorm het resultaat is van een vooraf beschreven functie kreeg Deprez niet ingelepeld en bedacht hij voor de opdracht 'bureaulamp' dan maar een aantal ideeën, waarvan uiteindelijk 'Monument voor het heelal' het resultaat werd. De vijf voorstellen hebben voor Deprez een gelijkwaardige functionaliteit, omdat ze uit ingrediënten bestaan die 'nodig' zijn om het ding te laten spreken.
De eerste toren met blauwe neonlamp is geïnspireerd op het blauwe werk van de Franse artiest Yves Klein (1928-1962). Het 'La-vache qui rit' voorstel had in zijn verbeelding een draaiende koekop (naar het bekende logo van het Franse kaasmerk) met vuurspuwende ogen die de wassen torentorso langzaam zouden doen smelten of verworden tot een koekop drijvend op gesmolten kaas. Het derde voorstel heeft op de top een machinegeweer dat automatisch een kogelgordel afvuurt, waarvan telkens de vijfde kogel een lichtkogel is. Lichtspektakel verzekerd! Het vierde voorstel is bekleed met bladgoud waarbij het werk van kunstenaar Janis Kounellis (°1936) de inspiratiebron was. Hier zou de toren met de gouden rots niet fungeren als lichtbron maar eerder licht absorberen en terugkaatsen in de ruimte. Het vijfde ontwerp werd metershoog (2780 cm) in gedachte uitgevoerd en in de loop der jaren dikwijls geportretteerd als 'Phare'. Door het object – bureaulamp – buiten de context van de studeerkamer te plaatsen kreeg het opeens de allures van een monument. Een monument op schaal, dat Deprez in zijn collages 'levensgroot' plaatste tussen Ivan Leonidovs' palace of culture en het appartementsblok 'De Boompjes' (1979-1981) van OMA (Rem Koolhaas) in Rotterdam. Waarom die monumenten? Het was Deprez opgevallen dat bij nacht de twee bouwwerken in de duisternis stonden. En om ze ook in de nacht genietbaar te maken schonk hij hen een monument. De collage werd voor het eerst getoond in 1983 in de context van 'Portfolios in Architecture' in de experimentele galerie Storefront te New York, USA.

En over functionaliteit gesproken. Wat we nodig hebben vandaag kan niet louter meer functioneel zijn. Zachte onpraktische spullen, weerbarstige en poëtisch objecten strelen beter de omgeving en werken echt stimulerend op innovatie- en gebruiksprocessen. Je moet ontwerpers niet pushen om louter te doen waar ze goed in zijn, of waar geld valt te halen, maar vooral waar ze gelukkig mee zijn. Het 'Monument voor het Heelal' werd in die geest ontworpen en daarom moet je deze zeldzame curieuze objecten en mensen koesteren. Als het klopt wat cultuurfilosoof Slavoj Žižek (°1949) poneert nl. dat we vandaag in een wereld zonder verbeelding leven, hoe kunnen we dan dit soort dingen appreciëren? Door net als Koen te dromen op het puin van de oude verbeelding.

(Gent, juli 2015)

Monument voor het heelal, 1982, Vijf studies voor een lamp, potlood, acryl, kleurstof, bladgoud op papier, 65 x 99 cm

Monument voor het heelal, 1982, Vijf studies voor een lamp, potlood, acryl, kleurstof, bladgoud op papier, 65 x 99 cm

Driewieler voor  tweelingen, 1982, Model 1/1, 65 x 120 x 38 cm

Driewieler voor tweelingen, 1982, Model 1/1, 65 x 120 x 38 cm

Vogelpik (Altijd prijs!), 1982, mixed media 40 x 48 x 5 cm

Vogelpik (Altijd prijs!), 1982, mixed media 40 x 48 x 5 cm